Gedicht in de Bergumer Courant over de opheffing van de opkomstplicht in 1970.
Van zessen klaar
Als bakker vroeg
eer 't zessen sloeg
had ik met kou te kampen.
In ons bedrijf
da's buiten kijf
een van de grootste rampen.
Het rijst zo stug
't gaat lang niet vlug
er moet wat op verzonnen.
Ik dacht: natuur
ontrooft me 'n uur
dus dan wat eer begonnen.
't Waar goed gegaan...
Daar sprak voor 't raam
de man met gladde knopen
de wet verbiedt wat hier geschiedt
je bent er in gelopen!
Toen is 't gebeurd
ik werd bekeurd.
Wie zal hier raad verschaffen?
Van zessen klaar is goed, ja, maar...
vóór zessen moet men straffen.
Dirk Jacob Lont
Nieuwe Bildtzijl, 1921
Dirk Czn Lont (zoon van oom Cees) schrijft: "Ik heb ook nog gedichten die niet in de bundel Klimrozen staan, zoals dit luchtige gedichtje Van zessen klaar. Ik heb het geschreven op een blaadje uit mijn agenda, het is me rond 1980 met vereende krachten door opa en oma gedicteerd."
De uitdrukking "van zessen klaar" heeft overigens niets met het vroege tijdstip te maken, maar met de paardenkeuring: "vier beenen en twee oogen", dus fit en geschikt. Dirk stuurt een blaadje uit de scheurkalender van Onze Taal van 8 september 2012 met deze uitleg, maar het is wat moeilijk leesbaar, daarom hieronder een verwijzing naar de website van Onze Taal.
Als je van zessen klaar bent, kun je je uitstekend redden. Je bent doortastend, kunt goed problemen oplossen, laat je niet uit het veld slaan en staat altijd klaar om in actie te komen. Deze uitdrukking heeft van oorsprong betrekking op de gezondheidstoestand van paarden. Van zessen klaar wilde zeggen dat een paard vier goede benen en twee goede ogen had. Klaar van betekende ‘vrij van ziekte of ongemak’, dus: ‘helemaal gezond’.
In het historische Woordenboek der Nederlandsche Taal komt van zessen (schoon en) klaar ook voor, met deze uitleg: “Aanvankelijk gezegd van paarden, bij den verkoop of bij toelating bij harddraverijen: goedgekeurd op zes belangrijke punten, nl. de vier beenen en de twee oogen. (...) Van personen: geestelijk en lichamelijk goed berekend voor zijn taak; gezond, frisch van uiterlijk; flink, bijdehand, handig, bekwaam.”